Niederländisch Deutsch hielt etwas für unwahrscheinlich

Deutsch	Niederländisch	Kategorie	Typ
etw. für unwahrscheinlich halten hielt etwas für unwahrscheinlich (hat) etwas für unwahrscheinlich gehalte	iets als onwaarschijnlijk stellen (had) iets als onwaarschijnlijk gesteld		Verb
▶ für	voor		Präposition
für immer	voor altijd
für ihn	voor hem
für mich	voor mij
für uns	voor ons
Tag für Tag	dag aan dag
wat een	was für
halten für	houden voor
für zwei Personen	voor twee personen
für das Kind	voor het kind
für gleichlautende Abschrift	voor eensluidend afschrift
für, vor, auf	voor
ein für allemal	eens en voor al
Was für eine	Wat voor
sich interessieren für	belangstellen in
für moderne Kunst	voor moderne kunst
hielt	hield
etwas	iets
Balsam m für die Seele	balsem voor de ziel
Staatssekretär m für europäische Angelegenheiten	staatssecretaris Europese Zaken
Das ist für mich	dat is voor mij
Im neuen Geschäft gab es für jeden etwas.	In de nieuwe winkel was er voor elk wel wat wils.
seinem, seinen (Abk. für: zijn)	z'n
man hält ihn für verrückt	hij wordt voor gek versleten
etwas erfahren	te weten kommen
so etwas	zo iets
etwas Prachtvolles	iets prachtigs
so etwas	zoiets
etwas Neues	wat nieuws
Was für ein regnerisches Wetter und kalt!	Wat een regenachtig weer en koud!
Vielen Dank schon jetzt für deine Unterstützung!	Bedankt bij voorbaat voor je steun!
was für albernes Zeug redest du da	wat voor geks zeg je daar
mich interessiert etwas	ik stel belang in iets
etwas dagegen haben	er iets op tegen hebben
etwas mehr Zeit	wat meer tijd
an etwas herangehen	aanpakken
über etwas verfügen	beschikken over
bestehen, etwas schaffen	slagen
oder so etwas	of zo
zufrieden mit etwas	tevreden met iets
Bedürfnis nach etwas	behoefte aan iets
Organisation für Sicherheit und Zusammenarbeit in Europa f (OSZE)	Organisatie vor veiligheid en samenwerking in Europa (OVSE)
Jan Maat -en m janmaat: I. Janmaat {oder} Jan Maat scherzhaft für Matrose;	janmaat m		Substantiv
da ist etwas los	daar valt wat te beleven
Trinken Sie etwas mit?	Drinkt u een borrel mee?
etwas zu tun haben	iets te doen hebben
möchtest du etwas trinken	wil je iets drinken
Darf ich etwas fragen	Mag ik iets vragen
Kontrition f contrition {f}: I. Kontrition {f} / vollkommene Reue als Voraussetzung für die Absolution;	contritie f	religReligion, kath. Kirchekatholische Kirche	Substantiv
Was haben wir heute für ein phantastisches Wetter, nicht wahr?	Wat is het schitterend weer vandaag, niet waar?
Dieses Geschenk ist für meine Neffen. Ich hatte es ihnen versprochen.	Dit cadeau is voor mijn neefjes. Ik had het hen beloofd.
Es ist dein Hund! Dann musst du auch für ihn sorgen.	Het is jouw hond! Dan moet je ook maar voor zorgen.
Bitte sprechen Sie etwas langsamer	Spreekt u wat langzamer alstublieft
etwas an die Tafel schreiben	iets op het bord schrijven
jemanden etwas zur Verfügung stellen ... stellen stellte ... (hat) ... gestellt	iem iets beschikbaar stellen (hat) gesteld		Verb
etwas später, kurz darauf/danach	even later, iets later
Haben Sie etwas zu verzollen?	Hebt u iets aan te geven?
Wo hast du meine Karte für heute abend? Die habe ich hier.	Waar heb je mijn kaartje voor vanavond? Dat heb ik hier.